24 oktober 2014
Consultea
Reacties uitgeschakeld voor Talent, vlak onder je neus
Els
Weet je wat er gebeurt wanneer mensen iets met passie doen? Hun talent helemaal tot ontwikkeling laten komen?
Ze stralen! Wanneer je er voor openstaat, ontdek je ze zo.
Wij gingen afgelopen zomer niet op vakantie. Met een modern woord: wij deden een staycation… grote werken in de tuin stonden op het programma met inbegrip van de bouw van een eigen coaching/bureauruimte voor het verder ontwikkelen van mijn activiteiten. Mijn oudste zoon vond dat perfect! Uitstapjes waren niet nodig, uitslapen ook niet. Hij assisteerde immers de tuinaannemer die we aangesteld hadden voor de werken. Hij glunderde. Hij glunderde wanneer hij zware kruiwagens cement mocht aanvoeren. Hij glunderde wanneer hij mee de volgende stappen in de uitvoering besprak. Hij straalde wanneer hij met de bobcat zelf grondwerken mocht uitvoeren (een hoogtepunt!) . Hij weet het zeker, al langer dan vandaag: hij wordt tuinaannemer. Al 5 jaar stabiel in zijn toekomstperspectief kreeg hij deze zomer een unieke kans om ervaring op te doen. Zijn vakantiejob voor volgend jaar is alvast gereserveerd. En ’s avonds was hij moe. Maar voldaan. De oogjes blonken. Talent in actie!
Omdat we niet op vakantie gingen, had ik dus tijd om bij Lies langs te gaan. Heb ik je al verteld van Lies? Lies heeft het een paar jaar geleden aangedurfd om een zelfstandige boekhandel te beginnen, op de markt in Deinze. Letters & Co. Lies combineert daarmee al haar talenten tot één levensproject. Lies is immers een verstokt lezer. En dat mag ze nu doen om haar klanten nog beter te adviseren. Lies is een sociaal beest. Vroeger al, toen we samen lief en leed deelden in de interimsector, liep Lies op wolkjes wanneer ze een nieuwe klant maakte, een klant meer dan tevreden hield en die klant zei: ‘Merci Lies, gij zijt de beste.’ En Lies is ook een ideëenfontein: van oplossingen voor haar interimklanten vroeger naar ideetjes voor haar Letters & Co nu. Talent in actie!
Kijkt jij de komende dagen ook eens goed rond? Welk talent in actie heb je gespot? Laat het me gerust weten.
Er was eens een gemotiveerde medewerker met ambitie. Dat trof! Want het bedrijf waar ze werkte, groeide en bood aan geëngageerde medewerkers kansen te over. Onze medewerker, die het prima kon vinden met de collega’s op kantoor, werd zo al snel hun verantwoordelijke… Goede wil te veel, opportuniteiten te over op de markt, en toch gaf deze nieuwe functie onze nieuwbakken manager vooral veel stress… Het aansturen van medewerkers, die gisteren nog collega’s waren, viel niet altijd mee. Het combineren van alle verantwoordelijkheden was niet evident. Medewerkers durfden al eens te morren. En het leek wel of haar goede bedoelingen steeds verkeerd werden geïnterpreteerd.
Het verhaal van deze junior manager is ook mijn verhaal. Van vele jaren geleden, toen ik als jonge uitzendconsulente de verantwoordelijkheid kreeg van een groot kantoor in Brussel. Ik heb gezwoegd, gezweet, gevloekt. En alle beginnersfouten gemaakt.
Te beginnen met het zelf blijven uitvoeren van taken die eigenlijk mijn taken niet meer waren. Zo was ik tenminste zeker dat het gedaan werd zoals ik het wilde. Mijn nieuwe verantwoordelijkheden deed ik tussen de soep en de patatten. Of ’s avonds, na de patatten, want het was de periode dat iedereen (oh wonderen der techniek! Jawel, beste lezer, van die generatie ben ik…) een laptop kreeg. En dus stond er geen rem meer op de werkuren…
Medewerkers vergelijken met mezelf: ook aan die fout heb ik me bezondigd, niet gehinderd door veel bescheidenheid. Ook dat zorgde niet bepaald voor een ontspannen sfeer op kantoor.
En mezelf beklagen natuurlijk. Waar had ik het aan verdiend om zo’n personeel te hebben? Deed ik niet al wat ik kon om het allemaal goed te laten draaien? Kon niet iedereen gewoon zijn of haar werk doen? Daar werd je tenslotte toch voor betaald?
Mijn bedoelingen waren goed. De manier om ze te uiten, namelijk door het gedrag dat ik stelde, waren op zijn minst ongelukkig gekozen. Dat denk ik nu. Toen nog niet. In de fase van de onbewuste onkunde was ik. Om snel in de fase van de bewuste onkunde te komen: die botsing deed geen deugd. Gaandeweg echter, via opleiding, ervaren collega’s en een sterke mentor (coaching moest toen nog uitgevonden worden) kreeg ik de kneepjes van het vak onder de knie. De basics althans want leidinggeven is een eeuwig leerproces: geen twee mensen zijn hetzelfde en ook ikzelf ben ik de loop der jaren best wel veranderd. het vak van ‘omgaan met mensen en leiding geven’ is dus een eeuwige uitdaging. Ik ondervond dat de coachende benadering de duurzaamste is. En dat alles begint bij zelfkennis. Want hoe kan je de ander tegemoet komen als je niet weet waar je zelf staat, wie je zelf bent?
Bla bla? Toch niet. Dat leidinggeven echt een vak is, daar ben ik intussen wel van overtuigd. Dat je je authentieke zelf moet kunnen zijn en dat dit het zich aanpassen aan de ander niet in de weg staat, ook daarvan ben ik overtuigd.
Heel veel bedrijven nog niet, helaas. Kijk maar naar de wijze waaro nieuwe managers vaak worden aangeduid: de ‘best in class’ haalt het vaak op zijn meer waarde- en mensgedreven collega. En wanneer het helemaal fout dreigt te lopen nadien, sturen ze hem naar een opleiding ‘people management’ of ‘communicatievaardigheden’ godbetert. Daar voelt onze expert zich vaak als een vis op het droge. Het lijkt wel een strafkamp.
Neen, dan de bedrijven die doorhebben dat de tijd van de autoritaire, alles-best-wetende manager die als een strenge huisvader instructies geeft, voorbij is! Zij passen zich aan aan de nieuwe realiteit, één waarin medewerkers zoeken naar de zin van hun werk, willen kunnen geloven in wat ze doen en geïnspireerd willen worden door hun verantwoordelijke in plaats van gecommandeerd. Overtuigd willen ze worden, dat hun keuze voor bedrijf x en functie y wel de juiste was! Waarmee ik niet wil gezegd hebben dat de commandostijl volledig moet worden gebannen… het is zaaks hem dan op te diepen wanneer hij echt noodzakelijk is. Als het kot in brand staat, richt je ook geen cursus brandblussen in.
Leidinggeven anno 2014 is een vak apart. De uitdagingen van leidinggevenden zijn de uitdagingen van het bedrijf.
Meer weten? contacteer me.
Het was op een dinsdagavond, vele maanden geleden. Lezing van Luk Dewulf over talent, met grote T. Fijne meneer trouwens ook, en een inspiratiebron voor mij. Was de tweede maal dat ik hem aan het werk hoorde en zag: eerst al een keer bij VOKA, nu bij CM. Zelfde boodschap, andere doelgroep.
Maar daarover wilde ik het niet met u hebben.
Logisch dat er veel ouders in de zaal zaten bij CM, het ging immers over het geluk van hun kinderen en wie kan daar nu tegen zijn? Het viel me wel op dat ‘ouders’ in dit geval vooral ‘mama’ betekende. Naar papa’s was het speuren geblazen in de zaal, die toch aardig was volgelopen.
Hoe dat komt? ik zou het u niet kunnen zeggen, of toch niet met stellige zekerheid. Ik heb het die mannen immers niet kunnen vragen, ze waren er niet.
Ik kan wel zelf een aantal redenen bedenken:
1. het was hun wekelijkse sportavond en die gaat voor
2. het was kiezen tussen de lezing en een netwerkevenement bij één van de talrijke professionele verenigingen die ons land rijk is. Lees verder: 5.
3. Ze hebben hier al uitgebreid over gelezen en de lezing zou dus ongetwijfeld nog maar weinig verrassingen voor hen in petto hebben
4. Ze hebben er grootmoedig mee ingestemd dat vrouwlief er heen zou gaan, zo komt ze ook nog eens buiten en kan ze nog eens vriendinnen afspreken. ‘Ik pas wel op de kinderen’, dat idee, weet u wel
5. Het traditionele rollenpatroon steekt stokken in de wielen: mama zorgt voor welzijn, papa voor welvaart
6. Papa’s hebben van zichzelf een minder hoog ‘moeder-kloek’ gehalte en durven dus beter loslaten (lees: laten hun kroost studeren wat ze graag doen)
Hoe dan ook, de trend is hopelijk onomkeerbaar ingezet. Naast prestatiedruk en werken aan je tekorten (en de baas, leerkracht, ouder, begeleider zal wel bepalen welke dat zijn) komt er meer en meer ruimte voor het positieve verhaal. Het verhaal van talent, dat elk van ons, en dus ook elk van onze kinderen heeft. Maar nog niet altijd ontdekt heeft.
Omdat het ondergesneeuwd is door de vele, vaak goedbedoelde, maar in wezen negatieve boodschappen die we krijgen EN geven: je kan beter (dan die 8/10), je moet harder werken (om er te geraken in het leven), je moet je plooien naar het systeem (want dat hardt je voor het professionele leven dat volgt op die schoolloopbaan), …
Omdat iedere ouder het allerbeste wenst voor en verwacht van zijn kind en daarom pusht voor het hoogste goed: een zo hoog mogelijk diploma. Begin groot, “ge kunt nog altijd zakken als het niet gaat.”
Een ingenieur kan later tuinaanlegger worden, omgekeerd is onmogelijk.
Is dit dan het enige wenselijke? Wat als die tuinaanlegger ongelooflijk gepassioneerd bezig is met zijn planten en bomen en dit ook zo uitstraalt naar zijn klanten?
Is dat trouwens wel zo, dat het maar in één richting werkt? Is het één beter dan het ander? Om het roer radicaal om te gooien is het nooit te laat: het vereist moed, en heel vertrouwen in de eigen kracht en het eigen kunnen. En die sterkte opbouwen begint van in de kindertijd: door onze kinderen te helpen bij het vinden van hun talenten, door hen te steunen bij het maken van keuzes, die bepalend zijn voor hun verdere leven, jawel. Maar laat ons dat toch niet overdrijven. De keuze die ze vandaag maken bepaalt heus niet het volledige verdere verloop van hun leven, hoogstens de komende paar jaar. Op hun pad komen nog veel kruispunten, en dus keuzes met elkens nieuwe kansen. Laat ons dus vooral bezig zijn met het in hun kracht zetten van onze kinderen.
Zo worden zij in de toekomst gelukkige, talentvolle medewerkers, verbindende leiders, ondersteunende managers, gelukkige stielmannen en -vrouwen. Wat de trend, die hopelijk onomkeerbaar is ingezet, verder versterkt. Of zij nu tuinaanlegger of ingenieur worden.
(dit bericht verscheen een hele tijd geleden al op mijn ‘oude’ website. Omdat het zo goed aansluit bij waar ik voor sta, wil ik het graag nog eens publiceren.)